Bij het maken van een oplossing gaat het meestal om dat je een hoeveelheid vaste stof oplost in een vloeistof. De vloestof is vaak gedisteleerd water (heel schoon water) maar het kan ook bv alcohol zijn. De sterkte van de oplossing wordt uitgedrukt als percentage (%):
1% = 1 gram per 100 ml = 10 gram per liter = 10 mg per 1 ml
Er zijn verschillende uitgangspositie om een oplossing te maken. Met de beschikbare gegevens kun je de benodigde berekening bepalen.
Voorbeeld
Maak een 5 % oplossing met 40 g vaste stof, tot hoeveel water moet je aanvullen in ml
1% = 1 gram per 100 ml dus 5% = 5 gr per 100 ml
We hebben geen 5 gr maar 40 gr. Dat is 40 / 5 = 8x zoveel. Dus je hebt 8 x 100 ml nodig.
De berekening:
vaste stof / percentage = vloeistof als eenheden gr / % = … ( x 100 ) ml
40 / 5 = 8 dus 8 x 100 ml = 800 ml
Voorbeeld
hoeveel vaste stof heb je nodig voor 900 ml 11 % = 1% = 1 gram per 100 ml dus 11% = 11 gr per 100 ml
We hebben geen 100 ml maar 900 ml. Dat is 9x zoveel. Dus je hebt 9 x 11 g = 99 g nodig.
De berekening:
vloeistof x percentage = vaste stof als eenheden ( x 100 ) ml x % = … ml
9 ( x 100 ) x 11 = 99
Voorbeeld
hoeveel vaste stof heb je nodig voor 900 ml 11 % = 1% = 1 gram per 100 ml dus 11% = 11 gr per 100 ml
We hebben geen 100 ml maar 900 ml. Dat is 9x zoveel. Dus je hebt 9 x 11 g = 99 g nodig.
De berekening:
vloeistof x percentage = vaste stof als eenheden ( x 100 ) ml x % = … ml
9 ( x 100 ) x 11 = 99